Praten én poetsen

geplaatst in: Artikelen, nr 6, juni 2015 | 0

Sinds een paar weken is er een nieuwe stadsdeelbeheerder Zuid; Anne-Krijn Piersma is de naam. De Oosterpoorter ging bij hem langs op de Wijkpost Zuid aan de Van Schendelstraat. 

Anne Krijn Piersma foto ebBeheerder van wat?

We beginnen bij het begin: de onkunde van uw verslaggever, want wat doet een stadsdeelbeheerder eigenlijk? Piersma, die ondanks zijn jonge jaren al de nodige ervaring bij de gemeente heeft, formuleert: “Samen met buurtorganisaties en groepen bewoners nadenken over het goed onderhouden en beheren van de openbare ruimte, van alles wat je op straat ziet, het groen, de wegen, het water, maar ook de riolering eronder.” Enerzijds moet hij het door de gemeente geplande onderhoud (riolering bijv.) in goede banen leiden, anderzijds een luisterend oor zijn voor iedereen die zélf een verandering in zijn leef- of werkomgeving wil bewerkstelligen (die iets, van fietsenrek tot speeltuintje, geplaatst of juist verplaatst wil hebben).

Veel stadsdeel

Op de kaart aan de muur in Piersma’s kantoor oogt ‘Zuid’ ongeveer als de helft van het grondgebied van de stad. Er zijn dan ook 14 wijkorganisaties om kennis mee te maken. “Daar ga ik allemaal langs. Die moeten mijn gezicht kennen en weten waarvoor zij mij kunnen aanschieten, net zo goed als ik moet weten waar ik mijn input vanuit de wijken vandaan haal. Dat betekent inwerken, inlezen, om mij heen kijken, handjes schudden, en gaandeweg klussen oppakken…”

Grote organisatie

Vlak voor ons gesprek kreeg Piersma een melding van een bewoner bij wie de straat is afgezet. Door wie? Waarom? Piersma bekent dat hij het nog niet weet, er zijn her en der zoveel klussen. Stadsbeheer heeft maar liefst 600 werknemers…

Minder tijd, meer partijen 

Geen wonder dat Piersma vindt dat een stadsbeheerder vooral goed moet kunnen communiceren, zowel met bewoners als met collega’s. “Er is bezuinigd. Dat betekent dat het gras wat hoger zal staan en dat je wat meer onkruid ziet. Dat is nu eenmaal de keuze die de Raad heeft gemaakt. We kunnen gelukkig wel een afweging maken waar we onze middelen inzetten en afspraken maken over wat bewoners zelf kunnen doen en hoe wij hen daarbij kunnen ondersteunen. Daar zijn legio voorbeelden van. Het gaat dus om twee dingen: enerzijds moeten we bezuinigen, anderzijds willen we bewoners ook meer ruimte geven om dingen zelf te doen. Dat kán samengaan, maar dan moet je het proces wel goed doen. Dat begint met helder krijgen wat er speelt in de wijk en wie de belanghebbenden zijn. Dan moet je voor wat je wilt iedereen tijdig informeren en naar z’n mening vragen. Als je dat niet doet, sta je al met 3-0 achter voor je begonnen bent.”

“Tegenstrijdige belangen zijn er altijd, zowel tussen bewoners en gemeente, als tussen bewoners onderling. Dat we daar altijd iets mee moeten, hebben we heus wel geleerd: heb je iets moois aangelegd, blijken er opeens mensen te zijn die dat verschrikkelijk vinden! Die zijn soms wel, soms niet gehoord, beginnen procedures. Komen we bij de ombudsman of zelfs de rechter. Dat wil je natuurlijk helemaal niet.”

Handige hulpmiddelen

Piersma’s voorganger zat met elk van de 14 buurtorganisaties in Zuid tweemaal jaarlijks om de tafel. “Dat zijn al 30 avonden, want het gaat om vrijwilligers van wie er vele overdag werken. Ik weet niet of ik daar de tijd voor heb en of het zinvol is. Mensen moeten vooral geen klachten of tips gaan opsparen, dan blijft een oplossing veel te lang liggen.” Piersma ziet veel liever dat bewonersgroepen of -organisaties hem tussentijds aanschieten. Voor individuele meldingen moet u juist weer niet bij hem zijn, dat gaat veel sneller via 050-3671000 (loket Beheer en Verkeer) of 14050. En het snelst gaat het met de gratis app Meldstad: fotootje van gat in stoep maken, locatie vermelden en opsturen. Dan komt het op de wijkpost uit de printer en gaat iemand ermee aan de slag.