In het voorjaar meldde de Oosterpoorter dat Marcel Kersten en Roland Jalving de gierzwaluwen in de Oosterpoort gingen tellen, met daarbij de oproep voor het doorgeven van waarnemingen. De telling zit er op, Marcel en Roland gaan hieronder nader in op de resultaten.
Waarom zijn Gierzwaluwen interessant?
Allereerst nog even waarom we zo geïnteresseerd zijn in gierzwaluwen. De laatste tijd vinden veel mensen natuur in de stad steeds belangrijker. Die natuur is daar weliswaar schaars, maar er zijn enkele vogels die zich hebben aangepast en zonder problemen in de stad leven, zoals merels en koolmezen.
Er zijn ook soorten die alleen maar in steden voorkomen, zoals de huismus en… de gierzwaluw.
Eigenlijk gaat het met de meeste van die beesten niet zo goed en zijn ze allemaal in meer of mindere mate in aantal afgenomen de laatste jaren.
Stadsvogels
Gierzwaluwen broeden uitsluitend in huizen of andere gebouwen en zijn dus echte stadsvogels te noemen. Ze zoeken weliswaar vaak voedsel op ruime afstand buiten de stad (soms wel meer dan 100 kilometer), maar zonder gebouwen geen nesten en dus geen gierzwaluwen. Dat voedsel bestaat overigens uit vliegjes en andere insecten die ze in de lucht vangen. Alleen bij het broeden en jongen grootbrengen komen ze aan de grond. De rest van hun leven speelt zich volledig af in de lucht; eten, slapen en paren, alles.
De gierzwaluwen zijn hier alleen tijdens het broeden in de zomer, zo vanaf eind april tot eind juli. Daarna vliegen ze naar Afrika waar ze overwinteren, om in het voorjaar weer te verschijnen. Dan zie en hoor je ze ineens boven de huizen vliegen en achter elkaar aanjagen, met hun hoge schelle gierende roepen.
Tellen
Afijn, de telling, dat is geen eenvoudige klus. We proberen het aantal broedparen te tellen in de wijk. Eén methode is dan het zoeken van de nesten. Maar die zijn onopvallend, in allerlei gaten in huizen waar ze makkelijk in kunnen kruipen, zoals onder dakpannen of dakgoten. Om ze te vinden moet je eigenlijk de oudervogels ‘betrappen’ als ze hun jongen komen voeren. Dan vliegen ze snel naar binnen, leveren een lading insectjes af aan hun jongen en vliegen weer naar buiten. Dat doen ze maar zo’n 24 keer per dag. ’s Morgens, een paar uur na zonsopgang en ‘s avonds tegen zonsondergang. Omdat ze te zien moet je er op het goede moment bij zijn. Extra lastig: er kunnen meerdere nesten achter één nestopening liggen….
Broedplaatsen
Een andere methode is het tellen van de vliegende gierzwaluwen boven de broedplaatsen. Gierzwaluwen hebben de neiging om dicht bij elkaar te broeden, eigenlijk in losse kolonies. De oudervogels houden ervan om in de avonduren eindeloos lang boven die locaties rond te hangen, dan vliegen ze keihard rondjes met zijn allen. Ervan uitgaand dat het zowel de mannetjes als vrouwtjes zijn in die clubjes, kun je het aantal vogels in die groepen delen door twee en dan heb je ongeveer het aantal broedparen en nesten op die plek.
Resultaat
Wij hebben beide methoden gebruikt. Na vele wandelingen door de wijk hebben we een mooi resultaat. In totaal hebben we in de wijk zo’n eenendertig broedparen ontdekt in 2014.
De belangrijkste kolonie zit in de J. Goeverneurstraat, Van Sijssenstraat, J. Altinghstraat en Nieuwstraat. Hier hebben we wel 16 nesten ontdekt.
En daar komen, op basis van het aantal rondvliegende vogels boven deze plek, naar schatting nog minimaal 4 nesten bij. Ze broeden daar allemaal onder de daken, of achter de daklijsten (die houten planken onder de dakgoot). De nestopeningen zitten tussen twee niet goed aansluitende daklijsten van aan elkaar grenzende huizen.
En dan zijn er nog een paar kleinere plekken met broedende gierzwaluwen. Zo verwachten we in de kerk aan de Oosterweg circa drie nesten. We hebben daar geen nesten kunnen vinden, maar er vlogen wel voortdurend zes vogels rond. Zo waren er boven de kruising Zuiderpark-Oosterweg regelmatig acht gierzwaluwen aan het cirkelen, dan gaat het dus om vier nesten. Volgens dezelfde redenatie zitten er rond de kop van de Oosterpoort minimaal twee nesten.
De oproep in de Oosterpoorter in het voorjaar leverde één reactie op van Rudi Niemeijer, dank! Hij ontdekte één nest in de Brandenburgerstraat, met de nestopening onder de dakgoot, op acht meter hoogte.
En verder
Deze telling maakt deel uit van een gierzwaluwinventarisatie van de hele stad, georganiseerd door de Gierzwaluw Werkgroep Groningen. De resultaten van de hele stad zijn nog niet bekend, die komen later. Maar op basis van de uitkomsten ervan wordt bekeken wat de beste plekken zijn om nestkasten op te hangen. Die worden dan gratis aangeboden en opgehangen door de gemeente, steeds in overleg met bewoners.
Want gewone nestplaatsen van gierzwaluwen zijn steeds schaarser. Dat komt omdat de afwerking van de huizen, door opknappen en renovaties steeds ‘netter’ wordt. Voorheen vonden gierzwaluwen makkelijker nestplaatsen, onder de dakpannen of achter daklijsten.
Om gierzwaluwen in de wijk te houden vormen nestkasten dan een goed alternatief. In de Oosterpoort hangen ze hier en daar al, maar we hebben niet kunnen waarnemen of daarin daadwerkelijk wordt gebroed. Misschien dat de bewoners daar zelf eens naar kunnen kijken? Mail waarnemingen naar rojalving@gmail.com.
Volgend jaar hopen we meer te kunnen melden over de gierzwaluwen in de Oosterpoort.
Marcel Kersten en Roland Jalving