Cellist Theodoor Heyning is een zondagskind Op 23 april werd de Nationale Finale van het Prinses Christina Concours gehouden. Toen waren er van de honderden jonge talenten in de klassieke muziek die aan diverse regionale selectierondes hadden meegedaan nog acht over. Een van de vier eerste prijzen die vergeven werden ging naar de 17-jarige cellist Theodoor Heyning, woonachtig in de Oosterpoort. Wij brachten hem onze felicitaties en wilden graag horen hoe een en ander in z’n werk gegaan was…
Theodoor mag gerust een zondagskind heten. Op z’n vijfde deed hij mee aan een kennismakingscursus voor jonge kinderen. In de ruimte waren verschillende muziekinstrumenten uitgestald en de juf riep: Zometeen tel ik tot drie en dan moet je naar het instrument van je keuze rennen. Zonder enige aarzeling koos de kleine Theodoor voor de cello. Waarom? Misschien omdat het instrument wel iets van een vrouw heeft en knuffelbaar oogt, oppert hij. Nu, twaalf jaar later, ontdekt hij met de dag nieuwe redenen om dit geweldige, sonore instrument te bespelen. En steeds weer voelt hij zich in zijn impulsieve keuze van toen bevestigd. Na twee jaar beginnerslessen kwam hij al onder de hoede van Corine t Hoen aan het Prins Claus Conservatorium. Op zn veertiende begon het reizen naar Amsterdam: eerst voor de Jonge-Talentenklas van Monique Bartels, daarna voor lessen bij zijn huidige leraar Maarten Mostert. Bij veel van de muziek die hij oefent, zit zijn moeder achter de piano. Zij stimuleert mij enorm, wij hebben het steeds over onze ideeën bij de muziek, over wat het juiste tempo is en proberen tot een gezamenlijke aanpak te komen, maar ze kan ook heel kritisch zijn. Dan zegt ze: Theodoor, je speelt als een dode heks!
Geen angst
Een zondagskind is Theodoor ook om een andere reden. De hindernis waar veel muzikale talenten later tegenaan lopen, is hem bespaard gebleven: het concertpodium, die zaal vol publiek – ze boezemen hem geen angst in, ze halen juist het beste in hem boven. Nadat hij een van zijn eerste concerten overgeconcentreerd was ingegaan en verkrampte, besloot hij voortaan met volle teugen van de momenten op het podium te genieten. De adrenaline die zich in een mens ophoopt voor hij het podium beklimt, maakt Theodoor, zo zegt hij, juist alert, zorgt dat hij oren en ogen open zet: klaar voor het samenspel met orkest en dirigent, voor de communicatie met zijn toehoorders in de zaal. Niet voor niets is de eerste naam die valt als we hem naar zijn favoriete cellisten vragen die van Yo-Yo Ma: Het enthousiasme dat die uitstraalt, de gretigheid waarmee hij de meest uitlopende genres verkent… Hij creëert ook altijd de juiste sfeer voor de muziek. Hij durft breeduit te gaan als de muziek ernaar is, maar ook heel intiem, met een geluid dat naar binnen gekeerd is. Al die verschillen kun je heel goed aan hem zien.
Druk, druk, druk
Wat Theodoor het mooist vindt aan die eerste prijs is het concert dat eruit voortvloeit: ergens in het komende concertseizoen treedt hij op met het Residentie Orkest, met het celloconcert van Elgar, als het aan hem ligt. Verder doet hij in dat seizoen nog een kamermuziekconcert in de Harmonie in Leeuwarden. Juni dit jaar soleert hij bij het Fries Jeugdorkest in Boccherinis celloconcert in Bes groot. Jammer alleen dat hij tussendoor nog even zijn eindexamen moet halen. Hij is – met pijn in het hart – al gestopt bij het orkest Fancy Fiddlers en tijd om zijn optreden bij de finale van het concours rustig te beoordelen heeft hij ook nog niet gehad. Lezers die hem wél alvast vol verve aan het werk willen zien, moeten maar eens een kijkje op YouTube nemen…
DR