Conservatorium uit de steigers

geplaatst in: Artikelen, nr 6, juni 2017, Uit het blad | 0

De aanbouw van het conservatorium aan Meeuwerderweg en Veemarktstraat nadert zijn voltooiing. Vanaf 1 september zal voor wijkbewoners een stuk zichtbaarder worden hoeveel muziek er in een conservatorium zit. Sterker nog – laat ze vooral binnenlopen en lekker meegenieten. In de jazzclub (achter het grote raam op de begane grond) kan dat tot ná het moment waarop de reguliere gebruikers van oefen- en leslokalen hun instrument al weer in hun koffer gepakt hebben …

Op uitnodiging van Wia Aalders namen fotograaf en redacteur van de Oosterpoorter samen met een tiental andere geïnteresseerden een kijkje in het nieuwe gebouw. Wia is verantwoordelijk voor de communicatie rondom de verbouwing. Dat is een prettige klus, want alles loopt voorspoedig. Voor bouwbegin gooiden aardbevingen nog roet in het eten, tekeningen en berekeningen moesten worden aangepast. Maar nu vordert de bouw gestaag. Wia vertelt met zichtbaar plezier, bijvoorbeeld over de vriendelijke uitstraling dankzij de grote glaspartijen in de gevel en boven de centrale hal. Je kunt straks echt zien dat er muziek gemaakt wordt in het gebouw. Het enige wat haar moeite kost, is om uit te leggen hoe de verdiepingen straks genummerd worden. Dat was in het oude gebouw met zijn tussenverdiepingen al lastig, maar nu het nieuwe er tegenaan geschoven wordt nog meer. Zo ligt de nieuwe entree aan de Veemarktstraat bijvoorbeeld hoger dan de ruimte van de Jazzclub aan de Meeuwerderweg. Als alles klaar is, komen gebruikers her en der trappetjes tegen die nodig zijn om ‘oud’ en ‘nieuw’ op elkaar aan te laten sluiten.

Die Jazzclub gaat straks, zo hoopt men, als spil tussen wijk en instituut functioneren. De ruimte krijgt een glazen, inschuifbare scheidingswand. Zo kan er na sluitingstijd van het schoolgebouw (22.00 uur) gewoon doorgegaan worden. Eigenlijk waren er in het conservatorium al tal van activiteiten waar publiek van harte welkom was: voorspeelavonden, (lunch)concerten, masterclasses. Straks zal het gebouw zelf een deel van dat welkom-heten op zich nemen.

Ook de kamermuziekzaal (achter het grote raam naast de ‘brug’ tussen conservatorium en Tromphuis) wordt zo ingericht: met het podium vlak achter het glas, zodat goed te zien is wat en wie er speelt.

De ruimtes boven de jazzclub zijn voor de opnametechniek: de opnamestudio met mengtafels waarop de apparatuur in de concertzalen aansluit. Zo kunnen alle opnames hier gemaakt worden, pal boven een lawaaiige publieksruimte dus. Gelukkig worden alle ruimtes als ‘doos-in-doos’ geconstrueerd met een kleine tussenruimte tussen vloeren en muren tegen ‘overspraak’.

Op de hoogste verdieping (‘vier, Wia?’ – nee, vijf!) kun je de ‘brug’ tussen conservatorium en Tromphuis het verst op. De gebouwen naderen elkaar hier zo dicht, dat een doorbraak later zonder veel moeite te maken is, mocht het conservatorium behoefte krijgen aan extra kantoorruimte. Dat kun je je nu nog niet zo goed voorstellen, zoveel extra ruimte gaat de aanbouw op leveren… Toch is de absolute winst in vloeroppervlak kleiner dan je al dwalend door de ruimtes zou denken: heel de dependance aan de Radesingel die nu in het voormalige schoolgebouw naast de Jozefkerk zit, komt naar het nieuwe gebouw. Voor het eerst in de geschiedenis zijn dan alle opleidingen onder één dak verenigd.

Er moet nog heel wat gebeuren voor de ingebruikname in september: meters gipsplaat verwerkt, draden getrokken, ventilatiekanalen weggewerkt en kleur op de wangen (wit zal aan de wanden overheersen, lichtgrijs op de vloeren, met hier en daar een goudgeel accent – bijvoorbeeld op de fraaie wenteltrap naar de eerste verdieping). Als een cirkelzaag begint te krijsen, lijkt dat een teken voor vertrek – het werk moet af. Na de zomer nemen medewerkers en studenten hun intrek aan de Veemarktstraat. Ze gunnen zich dan een paar maanden de tijd om zich er helemaal thuis te gaan voelen. En dan, in februari, is de officiële opening. “Groot feest en natuurlijk wordt de Oosterpoort dan ook uitgenodigd”, zegt Wia.

DR